En ik had vrede met God. Dat wilde echter niet zeggen dat mijn problemen waren opgelost en diep in mijn hart begreep ik dat niet. Ik begon, met angst en beven, preken te luisteren, bijvoorbeeld over lichamelijke genezing. Met angst en beven, omdat ik dingen hoorde die ik wel vermoedde, maar waaraan ik niet gewend was en omdat ik die dingen hoorde van mensen uit een hoek die ik altijd had gewantrouwd. Ik vroeg God voortdurend of Hij mij voor dwalingen wilde bewaren en mij door Zijn Geest wilde leiden en ik probeerde alles wat ik hoorde te toetsen aan Zijn Woord. En het werd steeds lichter in mijn hart. Ik begon steeds meer waarheid te ontdekken, mijn hoop en mijn geloof groeiden en die waarheid maakte mij hoe langer hoe meer vrij. Ik begon langzaam uit het diepe dal waar ik in zat te klimmen, want wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid (..) en (..) de waarheid zal u vrijmaken (Johannes 16:13 en 8:32). Eén van de nieuwe grote ontdekkingen die ik deed was dat, evenals de zonde en de gevolgen van de zonde hier op aarde niet van elkaar zijn te scheiden, de gerechtigheid in Christus en de gevolgen ervan hier op aarde ook niet van elkaar zijn te scheiden. Jezus zegt: Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben (Johannes 10:10). Voorwaar, voorwaar, (..) Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven (Johannes 5:24), op datzelfde moment, naar geest, ziel en lichaam. Ik ben inmiddels volop gaan bloeien en ik groei nog steeds. Aan Hem, de alleen wijze God, zij door Jezus Christus de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen. Hans Schuttel